Voor mijn 20e verjaardag kreeg ik een tweedehands boekje van mijn broer. “Hier.” Zei hij. “Lees dit maar. Dat is wel wat voor jou.” Ik had nog nooit yoga gedaan of gemediteerd en dit was het eerste yoga-boek wat ik ooit las. Toen ik het las vond ik het prachtig. Hoewel ik niet alles begreep, dacht ik bij het lezen vooral: “Dit wil ik. Dit is wat ik wil!”
Dit cadeau bleek een voorbode. Want nu 30 jaar later, is Kriya Yoga mijn dagelijkse spirituele beoefening en voelt de tekst als een levendige en heldere handleiding.
Het is een klein boekje met twee teksten uit de Ramayana. De Toespraken van de Wijze Vâshista en De Geschiedenis van Koningin Chudâlâ. Yoga Vâsishtha is een onderdeel van de Maharamayana en wordt beschouwd als een werk van de hoogste orde over de Vedanta-filosofie.
Ik hervond deze uitgave laatst online op de website van Ars Floreat. Via deze link kun je de tekst gratis downloaden.

De toespraken van de wijze Vashista
Ik heb enkele citaten uit de hoofdstukken geselecteerd. In de comments hieronder kun je reageren of vragen stellen over de tekst.
“Een wijs mens verblijft geheel en al in het Zelf”
Een wijs mens kijkt toe op de bewegingen van zijn geest terwijl hij in de wereld leeft en alle plichten vervult die het leven hem oplegt. De geest moet niet alleen in beslag genomen worden door de ijdele wereldlijke zorgen, noch moet hij zich alleen bezig houden met gedachten die betrekking hebben op het leven in de wereld. Wij moeten de geest niet toestaan om zich zonder voorbehoud te begeven in het uitgebreide veld van uiterlijke genietingen, noch om te verblijven bij de voorwerpen en handelingen van de zintuigen.
O Rama! Laat hem alleen in Buddhi verblijven, en laat hem geen ander genot smaken dan het genot van het Zelf.
Een wijs mens verblijft geheel en al in het Zelf, en zijn gelijkmoedigheid is te vergelijken met de standvastigheid van een Himalaya-piek; onbewegelijk in alle seizoenen en alle tijden. Wanneer de tijd daar is, komt deze serene geestesstaat tot rijpheid, die verworven wordt door voortdurende beoefening van Yoga en door het dienen van een leraar.
Zo gaat de Yogi, bevrijd van angst en zorg, voorbij aan de ergernis en dwalingen van de wereld; ook is hij niet bevreesd om ooit uit deze staat te vervallen.
Blz. 9 en 10
“De wereld wordt door de geest geschapen”
Weet dat deze wereld een voortdurende illusie is; zij wordt in stand gehouden zowel door mensen met een onstuimige natuur, als door mensen met een zeer trage aard; zij zijn het die deze denkbeeldige structuur ondersteunen, evenals een gebouw ondersteund wordt door zuilen.
Zij die intelligent zijn, zouden de verschijnselen van de wereld moeten onderzoeken en na daar waargenomen te hebben wat waar en onwaar is, zouden zij zich alleen bij het ware moeten houden.
De wereld wordt door de geest geschapen en door hem ontvangt zij haar omvang en aldus wordt de wereld der verbeeldingen geschapen.
Blz 13
“Voor de Yogi met een beheerste geest is de wereld een en al kalmte”
Mensen met een zuivere geest bekijken de hoge en heldere gebouwen in de steden in hetzelfde kalme, koele licht als waarmee zij de bomen in een woud aanschouwen. Hij die in zijn innerlijkste wezen de wereld in God ziet, is in werkelijkheid de Heer van de hele mensheid!
Voor de Yogi met een beheerste geest is de wereld een en al kalmte; want het is de goddelijke Geest die zichzelf manifesteert in de vorm van het ego en ook in de vorm van de wereld.
Hij die zowel uiterlijke als innerlijke kalmte heeft verworven door Yoga toe te passen en die, dankzij de hulp van zijn geestelijke Guru de wereld als onafscheidelijk van God ziet – zo iemand verheugt zich overal in Samadhi; maar hij die naar de verschillen kijkt en zijn eigen ik afscheidt van het ik van anderen – zo iemand wordt eeuwig en altijd heen en weer gestuwd, als door de rollende golven der zee
Blz. 20 en 21
“Al het licht verbleekt als kaarslicht voor het Licht van Atman”
Laat alles onaangeroerd wat ge door uw eigen toedoen kunt verkrijgen, Sri Rama, en blijf standvastig en onafhankelijk van wat dan ook in de wereld. Vertrouw alleen op uw eigen bewustzijn van de Oneindigheid. Weet dat ge ‘slaapt’ wanneer ge ‘wakker’ zijt, denk over uw eigen Zelf als ‘alles’ en enig – en verenigd met de Opperste Geest.
Wij vereren de Yogi’s die de ware natuur van het Zelf hebben leren kennen en die daardoor hun geestelijke staat hebben bereikt.
Al het licht verbleekt als kaarslicht voor het Licht van Atman, en de schitteringen van alle zonnen zijn niet meer dan gebroken stralen vergeleken met dat Licht der Lichten.
Hij die de Waarheid van God kent, staat boven de rest van de mensheid door dat offer van het kleine zelf (ego), en door de grootheid van zijn geest, die hij verkreeg door de Yoga oefeningen.
Blz. 24 en 25
“De materialisten, Ramaji, weten niets van de geest”
Hij die de irrealiteit van de wereld en de realiteit van Brahman predikt, wordt dikwijls voor dwaas uitgemaakt door de onwetenden – want het is niet mogelijk dat een wijze en een onwetende op dit terrein overeenstemmen, evenmin als een nuchter mens het vinden kan met een dronkaard.
De materialisten, Ramaji, weten niets van de geest; zij geloven dat materie zijn eigen oorzaak en gevolg in zich heeft. Doch de wijzen zien de aldoordringende geest in alle vormen van de schepping, evenals de substantie van het goud in alle gouden voorwerpen aanwezig is.
Een intelligent mens die gelooft dat de opperste en altijd stille geest van Brahman het hele universum doordringt, kan niet van dit sterke geloof afgebracht worden.
Er is slechts één Wezen Dat werkelijk bestaat; Dat Waarheid en Bewustzijn zelf is; Wiens natuur eeuwige vrede en zuivere intelligentie is. Deze Opperste Geest is smetteloos, altijd in rust, en wordt niet beter of slechter.
Daar Hij zo smetteloos is, altijd in rust, en volmaakt, ziet Hij niets anders dan wat werkelijk bestaat; en alle ‘scheppingen’ hebben hun bestaan in deze Oceaan van vrede, als deeltjes van Zijn Goddelijke pracht.
Blz. 28 en 29
O gezegende Rama, weet dat dit de hoogste Waarheid is. Gezegend zijn zij die het horen; en drievoudig gezegend zijn zij die de realiteit hiervan tot hun ene doel in het leven maken. Dit is het:
Brahman is het intellect;
Brahman is de geest;
Brahman is zuivere intelligentie;
Hij is substantie;
Hij is klank;
Hij is het principe van alle dingen;
Het universum is Brahman;
Toch gaat Hij dit alles oneindig te boven.
In werkelijkheid is de wereld een leegte Want alles is slechts Brahman.
Mijd deze grote vertoning van de wereld, die zo materieel is voor het oog, en toch zo onbevredigend wanneer wij haar ondergaan; zij is het hol van de draak van verlangens en wensen, en hij spuwt het schuim uit van het vergif van zijn hartstochten. Tracht uw wensen op te geven, dan zult ge al uw moeilijkheden uit de weg gaan; houd ermee op om aan een object te denken, dan zal uw verlangen ernaar vanzelf verdwijnen.
Blz. 31
“Koester geen gehechtheid aan de wereld der verschijnselen, want die is onwerkelijk”
Geliefde leerling, weet dat de geest de bron is van alle regels en oefeningen van Yoga, evenals de zee de bron is van elke parel die in haar schoot verborgen ligt.
Zo moeten de discipelen, dierbaar aan hun Guru’s, zich eraan gewennen om in die gelukkige staat te verblijven, waarin de geest, weggevlucht uit de sfeer van de wereld der verschijnselen en bevrijd van alle genot en pijn, gelijkt op een vogel die, plotseling ontdekkend dat hij kan vliegen, zijn schaal en de aarde onder zich laat en wegvliegt.
O zondeloze Rama, koester geen gehechtheid aan de wereld der verschijnselen, want die is onwerkelijk, een illusie, die niets dan kwaad en zorgen voortbrengt – een valstrik voor de onvoorzichtigen.
De Wijzen hebben dit bewustzijn van de wereld der verschijnselen een betoverd toneel genoemd – Maya – een schijn die aan onwetendheid te danken is; niet meer dan een gedachte die de oorzaak en het gevolg is van al onze handelingen. Weet dat het de misleide geest is, die deze zichtbare wereld voor uw ogen schept, en veeg het weg uit uw geest als stof en vuil.
Door de abstracte meditatie van de bedachtzame Yogi, toegewijd aan de heilige Yoga, worden de uiterlijke indrukken verzwakt, en wanneer hij voortdurend zijn ziel losmaakt van alle uiterlijke objecten, houdt hij haar puur en standvastig in zichzelf. Wanneer de geest dan ook ophoudt zijn subjectieve overdenkingen serieus te nemen en ongevoelig wordt voor genoegen of pijn, dan voelt hij in zichzelf het genot van eenheid.
Blz. 34
“Geen wensen te hebben betekent volkomen bevrijding”
Vernietig zingenot, O Rama! Dit is het eerste stadium. Waartoe dienen vele woorden wanneer het in weinige woorden gezegd kan worden? De wensen en verlangens zijn de sterkste banden – en geen wensen te hebben betekent volkomen bevrijding.
Hij die een sterk gevoel van het ego heeft, wordt nooit bevrijd van de ellende van het leven, want het is juist de ontkenning van dit ego die bevrijding veroorzaakt.
Zij die verslaafd zijn aan zingenot, beschouwen de gelukzaligheid van Nirvana als niets! Zij verkiezen wereldsheid boven het uiteindelijke geluk van anderen; en hij die zulk een rol speelt, wordt in dit opzicht als een actief en energiek mens beschouwd.
Zulk een mens van de wereld lijkt op een schildpad die, hoewel hij zijn hals terugtrekt in zijn schild, deze soms toch door dorst uitstrekt om het zoute water te drinken van de zee die hij bewoont.
Blz. 37 en 38
“Vliegen is helemaal niet belangrijk voor een spirituele Yogi”
Wees zo vriendelijk, Heer, aangezien gij volledig bekend zijt met geestelijke kennis, mij uit te leggen hoe het komt, dat wij de lichamen van levende en bevrijde wezens niet kunnen zien opstijgen in de hemelen?
De heilige Vasishtha antwoordde:
Weet, Sri Rama, dat het vermogen om op te stijgen in de hemelen en te vliegen een natuurlijke eigenschap is van alle vliegende schepselen, zoals vogels en insecten. De verschillende bewegingen, die wij kunnen waarnemen in de schepselen, behoren bij de natuurlijke aanleg van de lichamen.
Het is helemaal niet wenselijk voor levende en bevrijde Yogi’s om zich vliegende door de lucht te begeven. Dergelijke machten kunnen gemakkelijk verworven worden door on-geestelijke en on-bevrijde en onwetende mensen, zowel door bepaalde mantra’s alsook door andere praktijken, die tot de lagere Yoga behoren.
Vliegen is helemaal niet belangrijk voor een spirituele Yogi, die zich alleen gewijd heeft aan de kennis van de Atman. Hij is tevreden met zijn spirituele kennis en vereniging met het Opperste Wezen. Hij bemoeit zich niet met de praktijken van de valse of onwetende Hatha Yogi’s.
Blz.43
Degene die een weg van geestelijke duisternis volgt, alleen om tijdelijk roem en welzijn te verwerven, moet toch zeker wel blind zijn voor zijn toekomstig welzijn?
Blz. 43
“Wat is Samadhi?”
Wat is Samadhi? De onbewogenheid van de geest ten overstaan van trots, vijandschap, dit wordt bedoeld met de term Samadhi; wanneer de geest even onbewogen is als een rots in de stormwind en branding van de hartstochten – dat is Samadhi.
Wanneer de geest verenigd is met de Buddhi en met hem samenwerkt – dat is Samadhi. Zo vind ik mijn Zelf in een verlichte staat, zuiver en altijd volledig bewust. Mijn geest is kalm en rustig, en mijn ziel is onder alle omstandigheden in vrede. Ik vind niets, niets dat de zoete kalmte van mijn ziel kan verstoren sedert zij haar ankerplaats heeft gevonden in ononderbroken verenigd zijn met de Heilige Geest, de Atman.
Er is niets in de wereld wat wij kunnen beschouwen als voorafgaand aan ons, want alles wat hier schijnt en schittert is in waarheid niets! – en heeft geen intrinsieke waarde.
Er is hier niets dat ik nog zou wensen, noch iets wat mij af zou stoten – want indien er niets van het een is, is er ook niets van het tegenovergestelde.
De zwijgende Wijze die alles weet, heilig en van binnen onberoerd is, wordt nooit van zijn stuk gebracht door een ongedisciplineerde geest.
Door op zijn hoogbezielde Guru te vertrouwen en hem te dienen, ontvangt de wijze leerling aanwijzingen en meditatiemethoden om zich te redden uit deze oceaan van de wereld, net als een reiziger door een veerman geholpen wordt om een rivier over te steken.
Blz. 50
TAT TWAM ASI
Ik heb u reeds gesproken, geliefde zoon, over het buigen en rustig maken van de geest, hetgeen de eerste stap in Yoga is naar de zaligmaking van de ziel. Nu zal ik u over de tweede stap spreken, die leidt tot de ontwikkeling en versterking van het intellect.
Volhard met oneindig geduld, moed en liefde, in uw meditatie-oefeningen, zet uw zelf-studie voort, en vereer en aanbid God in de heilige Yoga. Denk eraan dat een kleinzielige ziel, een hebzuchtige ziel, een ziel die overtuigd is van haar eigen superioriteit, nooit God zal zien. Door lange tijd te volharden op deze weg zal de pelgrimziel een heel eind komen – dit gaat al mijn beschrijvingen te boven! Doch dit kan de heilige en toegewijde leerling zelf ondervinden zolang hij voortgaat op dit pad.
In deze staat is er niets dan goedheid en vrede. De syllabe OM is het symbool van dit geheel.
Blz. 51
Echte aanbidding bestaat alleen uit innerlijke meditatie om de universele Geest in uw eigen Zelf te aanbidden. Hij is de vorm van Intelligentie, het centrum van Licht en even vol van glorie als millioenen zonnen! Hij is het licht van de innerlijke geest.
Blz. 52
TAT TWAM ASI (DAT ZIJT GIJ1 )
O vereer Hem in uzelf! Hij eist geen brandende kaarsen of het branden van wierook!
Door voortdurend aan dit onderwerp te denken en uw onderzoek weer te hervatten als u het los heeft gelaten, zult ge volledig bewust van het Zelf worden. Het offer van een zuiver hart, bevrijd van wensen en van afkeer, is Hem veel welgevalliger dan prachtige juwelen of de geurigste bloemen.
De beste meditatie is die welke vergezeld gaat van het offer van het lagere zelf, het ego, aan de Heer of aan de heilige Yoga.
Blz.53
“Geestelijke gelukzaligheid”
Daarom zijn kennis van de Waarheid, onderwerping van de rusteloze geest en het opgeven van wensen en verlangens de drie factoren die samenwerken en de oorzaak vormen van geestelijke gelukzaligheid deze kan nooit bereikt worden door een van deze factoren apart te beoefenen. Zij moeten samengaan.
Blz. 57
Ga voort met deze drie factoren te allen tijde in uw leven toe te passen, hetzij in stille ogenblikken of wanneer ge druk bezig zijt; zelfs ook wanneer ge spreekt of luistert.
Onwetende mensen, die hun geest trachten te onderwerpen door de oefeningen van Hatha Yoga, of door het lichaam dwang op te leggen, zijn gelijk aan de dwazen die trachten om duisternis door zwarte inkt te verdrijven in plaats van door een brandende lamp.
Blz. 58
“Weet dit nu, of na duizend incarnaties!”
Welk vertrouwen kunnen wij stellen in de hele wereld, als die niets anders is dan een onecht toverbeeld? Wat betekent dan nog genoegen of pijn? Weet, mijn zoon, dat deze wereldsfeer slechts een schijngestalte is, die de geest wordt voorgetoverd teneinde haar te misleiden.
Soms lijkt hij recht en soms krom; soms lang en soms kort; soms in beweging en op andere momenten weer stil. In feite is alles in de wereld voortdurend in beweging en ondergaat het voortdurend een verandering, toch lijkt het of het stil staat.
Mensen hechten grote waarde aan hun eigen materiële vooruitgang en aan nog veel meer voorbijgaande dingen op deze aarde – en toch is er in waarheid geen enkele vooruitgang in deze bedervende wereld. Het is als een verleidelijk, mooi opgemaakte schotel – prachtig van buiten, doch vol vergif van binnen. Zie het als een uitgebluste lamp, waarvan de vlam verdwenen is – niemand weet waarheen. Het is even ongrijpbaar als de mist; tracht het te grijpen – het blijkt niets te zijn.
Maak gebruik van de gelegenheid die ge hebt om Sat Sanga’s bij te wonen, en ook van de nabijheid van uw Guru, en ken God.
Ja, ken God, O Ramaji! Dien hen die u over Hem spreken. Hij alleen is echt. Weet dit nu, of na duizend incarnaties! Deze wereld is niet meer dan een netwerk van de verbeelding, evenals kinderen zich verbeelden dat er een spook in het donker is.
Blz. 62
“Het is mijn vaste overtuiging dat ik dezelfde Intelligentie ben die zichzelf in het universum manifesteert”
Ik verheug mij in het geluk van anderen en tracht de ellende van het mensdom weg te nemen; dit universele medegevoel voor het wel en wee van alle schepselen heeft mij in leven gehouden en mij te allen tijde weer nieuwe kracht ingeblazen.
Ik blijf standvastig als een rots in tegenspoed en ben vriendelijk voor alle wezens in voorspoed. Ik wind mij nooit op, noch door armoede noch door overdaad, en deze standvastigheid van de geest is de oorzaak van mijn kalme, lange leven.
Het is mijn vaste overtuiging dat ik dezelfde Intelligentie ben die zichzelf in het universum manifesteert; die in alle ruimte zowel boven als beneden de aarde is; en deze zekerheid is het die mij Meester maakt over leven en dood.
Blz. 68
“Ik buig mij neer voor die zon-gelijke Wijze”
Alle rijkdom en overdaad leidt uiteindelijk tot ellende; rijkdom is de voorbode van tegenslag; zingenot is niets anders dan verleiding; zo verkeert elk aards goed vroeg of laat in zijn tegendeel.
In deze wereld van ziekte en dood is er slechts één elixer dat voortdurende gezondheid en eeuwig leven aan de mensen brengt – dat is rust en kalmte.
Blz. 72
Weet, Sri Rama, dat iemand die geestelijke rust en tevredenheid bezit, waar hij zich ook bevindt, hetzij in stille teruggetrokkenheid, ver weg van zijn eigen land, of bij de zee, of diep in de bossen, in verre woestijnen of in een prachtige tuin – zich overal thuis voelt. Hij is niet aan een bepaalde plaats gehecht, doch blijft altijd onthecht, waar hij ook is, bij vrienden in een aangename tuin of bij een discussie in een gezelschap van geleerden.
Waar hij ook gaat of staat, hij is altijd kalm, stil en zelfbeheerst. Hoewel hij goed van alles op de hoogte is, blijft hij altijd zoeken naar goddelijke kennis (want Waarheid is oneindig).
Zo verblijft de heilige Wijze, in een staat van bovenzinnelijk geluk, altijd in het Opperste Wezen.
Deze bovenzinnelijke staat maakt dat hij onthecht is van alle zintuiglijke objecten, en dat hij zich voortdurend bewust is van een ruimte die vervuld is van de aanwezigheid van de Alwetende Geest.
De Ziener die Gods glorie gezien heeft, leeft in een omgeving van Licht; en evenals een brandende lamp, verdrijft hij zijn innerlijke duisternis, tegelijkertijd met al zijn uiterlijke zorg en vrees, alle vijandschap en ook met alle liefdesbanden.
Ik buig mij neer voor die zon-gelijke Wijze,
Die aan alle kanten buiten de duisternis staat,
Die verheven is boven alle dingen die geschapen zijn,
En wiens glorie nooit kan verminderen.
OM
Blz. 72
Geef een reactie